Na de acties in 1943 werden de 48 van de vijftig overgebleven Ferdinands herbouwd en (om onduidelijke redenen) op 1 mei 1944 omgedoopt tot Elefant.
De twee andere werden in oktober omgebouwd tot bergingstank. Van de Bergetiger(P) zijn er dus vijf gebouwd. De voornaamste wijzigingen waren voor de Elefant:
Er werd nu standaard aan de voorkant een MG34 machinegeweer gemonteerd.
Het pantser werd van voren nog dikker dan het al was om de pantserplaten hechter te verbinden; daardoor en door andere kleine wijzigingen werd het gewicht verhoogd naar 70 ton.
Er werd een commandokoepeltje aangebracht.
Om het toegenomen gewicht te kunnen dragen werden de rupsbanden verbreed.
Het voertuig werd gedeeltelijk bedekt met een laag antimagnetische pasta, het zogeheten Zimmerit, zodat de vijand geen magnetische mijnen of kleefbommen meer kon plaatsen.
Inzet van de Elefant
Alle Elefanten werden nu geconcentreerd in schwereHeeresPanzerjägerAbteilung 653 die vanaf 24 februari 1944 in Italië werd ingezet. Men moest op bevel van Hitler het bruggehoofd van Anzio aanvallen, zodat het voertuig opnieuw fout werd ingezet. In april ging men al weer terug naar het oostfront. In de herfst waren er nog maar zo weinig voertuigen beschikbaar dat een aparte schwereHeeresPanzerjägerKompanie 614 werd opgericht en het 653e zelf overschakelde op de Jagdtiger. De laatste ongeveer veertien voertuigen vochten nog tot het einde van de oorlog tegen de Russen — de laatst bekende inzet van een Elefant vond plaats bij Zossen in Brandenburg, op Duitse bodem dus, toen het Rode Leger Berlijn al dicht genaderd was. Toen bestond de compagnie ook al niet meer: Kampfgruppe Ritter, een noodeenheid, had de vier laatste nog rijklare voertuigen in dienst genomen.
Bekijk alle producten van Italeri hier